donderdag 24 juli 2014

Niet de prostituée maar de prostitutiesector wordt misbruikt




Het is een lang verhaal geworden. Prostitutie in combinatie met geld, hulpverlening en politiek is een veelzijdig onderwerp. Links en rechts vraagt het om wat uitleg voor de outsiders. Dus ja, het is lang!

De afgelopen weken buitelen de tweets en krantenartikelen over mensenhandel, prostitutie, seksueel misbruik, loverboys en criminaliteit over elkaar heen. De meeste tijd worden al deze termen op 1 hoop gegooid en is prostitutie tegenwoordig mensenhandel en vice versa. Dit is mede het gevolg van het rapport “Op goede grond”, wat in de volksmond al “Op slechte grond” heet, geschreven door de rapporteur mensenhandel. Een fijn dik onleesbaar rapport van een paar honderd pagina’s waardoor het merendeel van de mensen die het leest niet ziet dat er van de cijfers en de definities niets klopt. Dat is vaak zo met hele dikke rapporten, die moet je per definitie wantrouwen. Dikke rapporten worden ingewikkeld gemaakt met als doel dat ambtenaren die er adviezen en wetgeving uit moeten destilleren van doffe ellende alleen de conclusies lezen en die integraal overnemen. Gelukkig maakte Peter Vasterman in twee NRC artikelen gehakt van de cijfers en definities in het rapport. Kort gezegd, de cijfers kloppen niet omdat ze vastgesteld zijn op basis van “aannames” en niet op basis van onderzoek. Of het onderliggende onderzoek deugt niet of de cijfers zijn fout doorberekend. Bovendien worden definities willekeurig gehanteerd, opgeklopt en door elkaar gehaald.

Waarom is er opeens zoveel heisa over de prostitutiesector?
Iedereen schrijft opeens over prostitutie en mensenhandel. Ja, u leest het goed, prostitutie EN mensenhandel, want dat zijn 2 verschillende zaken. Net als seksueel misbruik, loverboys en criminaliteit. Maar als mensen aan prostitutie en misbruikte vrouwen denken, dan flikkeren ze al die termen in de blender, klutsen en hakken een beetje en vervolgens krijg je enorm foute diarree. In die diarree staat met hoofdletters geschreven: “PROSTITUTIE IS MENSONWAARDIG”! En hoedt u, want als je twittert dat je vóór acceptatie en betere rechten van sekswerkers bent en wilt dat er goede, veilige werkplekken voor prostituees zijn, dan word je automatisch ingedeeld in het kamp dat niet tegen mensenhandel is. Hoe mismoedig wordt een weldenkend mens daarvan.

Waarom is iedereen zo druk met schrijven en zieltjes winnen? Dat is heel simpel hoor, het gaat vooral om geld. Er is subsidiegeld nodig in de branche van het OM, bij de oppressie- en veiligheidsdenkers en in de hulpverlening die sekswerkers definieert als slachtoffer. Denk vooral niet dat het ook maar iets te maken heeft met betrokkenheid bij het leven van sekswerkers. Het heeft ook niets te maken met de vraag van sekswerkers zelf namelijk. Maar het heeft wel alles te maken met geld in combinatie met moraal. Christelijke moraal die bepaalt dat sekswerk not done is en dat we er alles aan moeten doen om het onzichtbaar te maken als uitroeien niet lukt. De dubbele moraal van veel mensen en dus ook van sommige politici, beleidsmakers, hulpverleners en journalisten.

U bent slachtoffer alleen weet u het nog niet!
Er zijn journalisten die een verlengstuk zijn geworden van de hulpverlening en de rapporteur mensenhandel. Zij zijn “believers” van de gedachte dat elke vrouw die in de prostitutie werkt eigenlijk een slachtoffer is maar het zelf nog niet weet. Deze sekswerkers zouden de gedachte dat prostitutie goed werk is fout hebben geïncorporeerd en slachtoffer zijn van de eigen gedachte die hen als stroop om de mond is gesmeerd door kwaadaardige pooiers. Met als gevolg het Stockholmsyndroom en andere ernstige stoornissen uit de DSM-bijbel.

Werkelijk, ik val via Twitter van de ene verbazing in de andere door wat sommige hulpverleners en journalisten allemaal roepen over afwijkingen die sekswerkers massaal zouden hebben maar niet willen erkennen. Vaak vraag ik me dan af of deze roeptoeters zelf misschien hele nare ervaringen hebben opgedaan in de prostitutie of misschien juist hunkeren naar de vrije gedachte van sekswerkers. Net zo iets als ex-rokers die veel moeite hebben om het niet-roken vol te houden. In het dagelijks leven zijn zij daardoor soms onuitstaanbaar als gevolg van een wolkje rook dat in de buitenlucht kringelt. Allemaal begrijpelijk hoor, maar weet wel waar je eigen weerstand vandaan komt als je hulpverlener of journalist bent en domweg mee gaat roeptoeteren over trauma’s, Stockholmsyndromen, PTSS en andere ellende. Je hebt het niet over een pleister plakken maar over een nogal forse diagnose waarmee je alle prostituées in één klap stigmatiseert.

Deze uitspraken en theorieën zetten ook echt veel kwaad bloed bij sekswerkers die oprecht en uit vrije wil in de prostitutie werken. De paternalistische houding wekt veel weerstand en boosheid omdat sekswerkers geloven in de eigen drive om dit werk te doen en geen zin hebben om zich een afwijking te laten aanpraten. De badinerende toon is m.i. echt walgelijk en er spreekt volledige miskenning uit van de sekswerker en haar mogelijkheden. Deze psychologie van de koude grond schaadt (ex)prostituées en wordt gebruikt in het nadeel van hen. Vroeger werd prostitutie in de DSM beschreven als deviant gedrag. Geloof me, dat was niet als compliment bedoeld. We zijn weer terug in datzelfde stenen tijdperk. Alleen blijkt er nu geen DSM voor nodig, we hebben namelijk Twitter en slechte journalistiek. En voor je het weet heb je een diagnose te pakken. Dus (ex)prostituées hoeden zich er wel voor om zich in de openbaarheid bekend te maken als het elders ellende oplevert.

Journalistiek van hypes en emoties
Journalistiek die niet gebaseerd is op hoor en wederhoor en op onjuist onderzoek en feitenmateriaal richt zich vooral op sensatie en excessen. Het is slechts reproductie van ervaringsverhalen van mensen die een aantal hulpverleningsinstanties schijnbaar graag in de touwen hebben. Maar daarmee heb je geen onderzoek. Het zijn slechts eenzijdige stellingen doorspekt met emotie en vaak niet eens goed gecheckt. Zo is de emo-branche jarenlang in de ban geweest van het verhaal van Somaly Mam. Uiteindelijk werd Somaly Mam de grote afgang van de branche want haar persoonlijk verhaal-dat ze zou zijn verhandeld en seksueel misbruikt-bleek volledig verzonnen. Maar tot dat Somaly Mam dat zelf aan de hele wereld toegaf werd ze voortdurend gequote. Dichter bij huis kennen we in de wereld van kanker allemaal het Tara Singh Varma verhaal die haar ziekte volledig had verzonnen, zoiets hebben we in Amsterdam ook meegemaakt met het verhaal van Patricia Perquin die zich uitgaf als prostituée (maar het niet was) en undercover wat journalistieke diarree schreef. Echter, ambtenaren van het Stadhuis in Amsterdam halen haar verhaal nog steeds aan alsof ze gisteren met haar een wip maakten op de wallen. Omdat ambtenaren en hulpverleners grond nodig hebben om hun subsidie(verzoek) op te baseren blijven zij dit soort zielige en soms verzonnen verhalen promoten. Praten met sekswerkers die trots zijn op hun werk, of die het gewoon doen omdat het voor hen de snelste manier is om geld te verdienen, levert een ambtenaar of hulpverlener geen geld op voor een o zo nodig projectje. Subsidiegeld verkrijg je vaak op emoties en dat is jammer, want het doet niet alleen de sekswerkers tekort, maar ook de werkelijke slachtoffers van mishandeling en handel. Deze groepen zijn allemaal gebaat met onderzoek dat is onderbouwd met juiste feiten en cijfers.

Symboolpolitiek voor subsidie
Bijna elk mens heeft vroeg of laat een keer seks, maar o wee als je daar geld voor wilt betalen of ontvangen, dan krijg je de moraalpolitie op je dak, zowel sekswerker als klant. Maar dat rechtstreeks verkondigen is niet zo Nederlands, want wij willen als land graag bekend staan als tolerant. Door moraal echter in een wet te verpakken-die beoogt sekswerkers te beschermen tegen mishandeling en verhandeling-wordt het voor veel politici en beleidsmakers wel acceptabel. Dus is er een nieuw wetje bedacht dat van prostitutieklanten een verlengstuk van de politie maakt, het zogenaamde “Zweedse model”. De prostitutieklant moet volgens deze wet-alvorens de seksdaad te plegen-uitgebreid vragen aan de sekswerker in kwestie of zij boven de 18 jaar is, of ze niet gedwongen wordt en of ze niet mishandeld is, etc. Als voorbeeld wordt meegegeven of de klant a.u.b. ook even op blauwe plekken wil controleren? Ziet u blauwe plekken… meldt misdaad anoniem en de politie komt aangescheurd met blauw zwaailicht en tetterende sirene. Althans, zo stelt de politiek het zich vast voor want anders is deze maatregel inhoudsloos.
Droom lekker verder, want denkt u nu echt dat de gemiddelde prostitutieklant gaat melden dat hij bij een sekswerker op bezoek ging in een wereld waar alles in de politiecomputer wordt vastgelegd, ook de zogenaamde anonieme belmomenten? Denkt u echt dat klanten hun huwelijk en/of baan als topmanager bij ABN-AMRO daarvoor in de waagschaal stellen? De politicus die dit denkt, sluit zijn ogen voor de werkelijkheid en het eigen gedrag of dat van collega’s.

Laten we even praktisch zijn
Hoe denken OM, justitie en politie deze wet ten uitvoer te brengen en te gaan controleren in het dagelijks leven? Gaan ze undercover-prostituées inzetten? En worden dan blauwe plekken geschminkt op lijf en leden van de namaak prostituées om te controleren of de klant ze wel geteld en gemeld heeft? Wordt er afluisterapparatuur geplaatst in peeskamers, of worden potentiele klanten uitgenodigd voor een triootje zodat de undercover rechercheur die dit moet controleren in real life kan beluisteren of de klant alles wel uitgevraagd heeft? Krijgt de klant een vragenlijst die hij moet afkruisen en eens per maand anoniem mag inleveren bij het OM of wordt het een keukentafelgesprek? En krijgt de klant gratis van het OM een mijnwerkerslampje om bij straatprostituees in het donker de blauwe plekken te controleren in ruil voor zijn vragenlijst? Misschien weet de GGD er nog een aantal vragen aan toe te voegen, zoals het al dan niet gebruiken van condooms. En kan de FNV er nog een regel aan toe voegen over minimum inkomsten voor een wip. Hoe zot mensen…
En wat als een goed bedoelende klant wel meldt bij het misdaad nummer, denkt de politiek dan echt dat de politie met een team speurkezen direct uitrukt voor die melding? Hoe naïef, hoe naïef!

Misbruik van misbruikwetje
Daarnaast lopen we het gevaar dat prostitutieklanten die wel melden misschien last hebben van de eigen frustraties omdat ze niet binnen de betaalde tijd klaar konden komen bij een prostituee en dus letterlijk en figuurlijk onbevredigd naar huis moesten. Of men heeft een hekel aan de buurvrouw en verzint dat zij in de prostitutie werkzaam is. Dat soort zaken komen veel voor hoor, vergis je niet, daar kan ik nog wel wat schrijnende verhalen over vertellen. (Ex)prostituées zijn kwetsbaar want die genieten weinig aanzien op de maatschappelijke ladder en worden daarom gemakkelijk gecriminaliseerd en niet geloofd tijdens verhoor. Lucia de B. is slechts één van de vele voorbeelden van tunnelvisie en dwaling bij politie en justitie als gevolg van het feit dat zij ex-prostituée was.

Maak alleen regels en wetten die uitvoerbaar zijn
In Nederland staan we niet stijf van de seks maar wel van de regels. Veel van die regels zijn overbodig, niet doelgericht of dienen een ander doel dan waarvoor men zegt dat ze gemaakt zijn.
Toen ik vroeger hoofd was van teams met (jeugd)hulpverleners kwam ik die sterke behoefte aan regels dagelijks tegen. Als er een exces had plaatsgevonden rond een cliënt, waarbij in de regels niet uitgebreid stond beschreven “wat te doen bij dit specifieke exces?”, dan bleken hulpverleners soms al snel onthand. Zij voelden zich dan onmachtig om op te treden omdat het leek alsof er geen regel voor was. Je kon er de klok op gelijk zetten dat in de eerstvolgende teambespreking dan een voorstel kwam voor een nieuwe regel. De achterliggende gedachte hierbij is het gevoel van schijnveiligheid van regels in de hoop dat je een volgende keer bij een dergelijk exces adequater zal optreden. Maar een exces heet niet voor niets een exces…dat noem je zo omdat het een exces is! En elk exces verloopt altijd weer anders als het vorige exces. Voor excessen moet je dus geen symbolische regels maken maar beleid. Dat beleid moet er op gericht zijn dat hulpverleners handelingsbevoegdheid hebben om creatief-maar wel binnen de bestaande regels-kunnen optreden in een moeilijke en soms weinig voorkomende situatie.

Mijn antwoord naar medewerkers binnen hulpverleningsteams was dus altijd: prima, als jullie als team een nieuwe regel willen, bedenk een betere maar dan moet een andere regel verdwijnen. Want niet de kwantiteit van de regels maar passend beleid helpt om goed te kunnen hulpverlenen. Daarnaast kreeg men de opdracht mee om de nieuwe regel kort te formuleren én de regel moest begrijpelijk zijn voor teamleden die nooit dit exces hadden meegemaakt. Regels zijn er als houvast en je moet kunnen onthouden wat die regels zijn anders verdwaal je in het regelwoud. Vaak zat een team dan een uur te praten om er uiteindelijk achter te komen dat de regel niet nodig was. Er was namelijk al lang een andere regel die optreden bij excessen mogelijk maakte. Slechts heel zelden bleek een oude regel niet meer afdoende, maar dan volstond een uitbreiding van een bestaande regel met een enkel woord.

De moraal van het verhaal
Houd op met het maken van symbolische en oncontroleerbare regels en wetgeving voor de prostitutiebranche. Om mishandeling van vrouwen e.a. aan te pakken is er al meer dan voldoende wetgeving. Gedwongen prostitutie is bovendien geen prostitutie, dat is mishandeling. Zorg dus dat je sekswerkers steunt in hun rechten zodat zij zich gesterkt weten door goede wetgeving. Biedt steun en support waaruit blijkt dat de politiek zich bekommert om sekswerkers. Alleen dan durven zij aan te kloppen als er werkelijk misstanden zijn. Sekswerkers zijn namelijk degene die de branche het beste kennen, dus als je meldingen van misstanden wilt hebben dan moet je op goede voet staan met de sekswerkers zelf. Kom dan niet met idiote promofilmpjes over misstanden aan gemaakt in een taal die de buitenlandse sekswerker niet eens verstaat en die te gênant zijn zo slecht. Dan maak je je zelf als ambtenaar of hulpverlener volledig belachelijk. Stop dus met over de ruggen van sekswerkers subsidiegeld te verdienen voor uitbreiding van hulpverleningsinstanties, politiekorps of OM. Doe gewoon je werk met oprechte interesse in het wel en wee van sekswerkers.

Geld over de balk maar slecht gemikt
Als er geld nodig is, start dan bovendien niet van die niet-werkende hulpverleningsprojecten die bakken met geld kosten en-naar zo is gebleken-ook verzonnen verhalen aantrekken. Zo heeft een hulpverleningsproject uit het hoge Noorden van Nederland ooit een project opgezet voor Nederlandse “loverboy meisjes” in Thailand. Zij mochten geheel gratis maandenlang in Thailand afkicken van de foute liefdesrelatie. Geloof mij, voor een dergelijke gratis droomvakantie zou ik ook wel een paar hulpverleners op de koop toe nemen die aan mijn kop zeiken. Ik heb lang genoeg in   hulpverleningsland gewerkt om te weten dat een fenomeen als “loverboy-meisjes” een goede term is om subsidie te vergaren! Laten we die term maar heel snel op de schroothoop gooien. Er zijn namelijk maar heel erg weinig loverboy-meisjes waar het verhaal van klopt. Er zijn wel erg veel meisjes en ook volwassen vrouwen die onbedoeld in een foute relatie blijven plakken en die best een steuntje in de rug kunnen gebruiken van de hulpverlening. Die projecten krijgen weer geen subsidie of worden gekort, want het geeft niet van die mooie emo-verhalen waarbij je jankend kan denken “ohh, als dit mijn dochter maar nooit overkomt”.

Door misbruik, mishandeling, mensenhandel en sekswerk op één hoop te gooien wordt de sector misbruikt om de emoties bij beleidsmakers aan te wakkeren die de geldbeurs moeten openen. De geldstroom gaat steeds vaker naar projecten en instanties die de prioriteit bij het voortbestaan van de eigen branche leggen en niet bij de realiteit van het probleem dat zij beschrijven. Of het nu gaat om de grote geldwereld van de beveiliging bij het befaamde project1012 in Amsterdam of om de zelfstandige sekswerker die als zielig hoopje mens wordt afgeschilderd en moet worden “gered”. Het grijpt allemaal in elkaar en naar hetzelfde; het voortbestaan van de eigen baan, het eigen bedrijf, de eigen branche of de gezamenlijke natte droom.

Prostitutie is het oudste beroep en zal nooit verdwijnen
De prostitutiewereld is een ingewikkelde wereld. En ja, er komen zeker misstanden en desillusies voorbij zoals trouwens in elke tak van arbeid. Maar die overkom je alleen als sekswerkers zich geaccepteerd en gesteund weten en als je met hen samenwerkt. Dat geldt namelijk ook bij elke werksoort. Door sekswerkers te criminaliseren en het werk te verbieden of te bemoeilijken verdwijnt noch de vraag naar, noch de prostitutie. Dat is namelijk nergens ter wereld ooit gelukt, welke doodstraf men er ook tegenover stelde. Wat wel bewezen is, dat criminalisering van prostitutie leidt tot onzichtbaarheid van misstanden omdat de branche ondergronds verder gaat. Daarnaast bleek op het grote Aidscongres in Melbourne deze week dat het Zweedse model zelfs leidt tot een toename van misstanden in de prostitutie en een toename van illegale sekswerkers. Kortom, het model werkt niet, dat is in Noorwegen dus al bewezen. Het is wel in ieders belang om sekswerk te decriminaliseren en sekswerkers te steunen bij het veilig uitoefenen van hun job door de werkomstandigheden te verbeteren en te luisteren naar noden en wensen. Ook in het kader van de Aidspreventie is dit nog steeds de beste werkwijze bleek deze week eveneens op het Aidscongres in Melbourne. Investeer dus positief in sekswerkers en belangenorganisaties voor prostitutées. Alleen door samen te werken met hen kom je verder.


Nuttige informatie bij dit onderwerp











Nog steeds actueel bleek deze week op het grote Aidscongres in Melbourne

dinsdag 8 juli 2014

‘Some people dance in the rain, others just get wet’ Met dank aan het Antoni van Leeuwenhoek














Zes jaar geleden kwam ik terug uit Turkije met een diagnose op zak waar ik niet veel van begreep. Een Atypisch carcinoïd in de longen, een neuro-endocriene tumor (NET) graad 2.
Vandaag had ik weer een goed gesprek met Margot Tesselaar (mijn oncoloog) en Lisette Saveur (verpleegkundig specialist) in het Antoni van Leeuwenhoek (AVL).
Ik weet nog dat ik 6 jaar geleden in de wachtkamer zat te wachten met gierende zenuwen en klamme handen. De ballen verstand van kanker en het woord neuro-endocrien zei me nog minder evenmin termen als necrose. Op Google was er geen woord te vinden in het Nederlands, dus het enige dat ik wist was dat die tumor eruit moest volgens de Turkse longarts. Het zat in de weg en benam me de adem, nog afgezien van alle andere ellende. 

Spoken

Vanochtend zat ik in diezelfde wachtkamer, slechts een paar stoelen verderop. Dit keer zonder zenuwen en klamme handen want ik behoor nog steeds tot de mazzelaars. Bovendien houdt het NET-team in het AVL me goed in de gaten. Bij een ontsteking of diarree klimt het kankerspook soms weer even in mijn kop. Dan voel ik me weer net zo klein als vroeger. Toen dacht ik regelmatig dat er wilde beesten onder mijn bed zaten. Dan moest ik onder mijn bed kijken om mezelf ervan te overtuigen dat die beesten er echt niet waren. Nu kijken Margot en Lisette voor mij onder dat bed en jagen de spoken weg. Gelukkig overvalt die angst me zelden. Maar ja, een spook zit in een klein hoekje, dus koester ik het maar. Dat is de beste manier voor mij om er mee te dealen. Ieder mens heeft recht op een eigen spook.

Mensen vragen me wel eens of het niet raar is dat de (verpleegkundig)specialisten waarmee ik zoveel samenwerk voor de NET-groep, ook de specialisten zijn waar ik naar toe moet voor mijn eigen lijf. Voor mij voelt dat niet raar maar dat heeft alles te maken met de mensen in kwestie. We hebben een ongeschreven regel: als het gaat om mijn persoonlijke zaken dan zegt Margot “nu speel ik even de dokter” of ik zeg: “nu ben ik even patiënt”. Alle andere momenten werken we gewoon samen als goede collega’s voor de NET-groep. 

De drempel van associaties

Ieder mens heeft in zijn hoofd geuren, liedjes of beelden die herinneren aan een gebeurtenis, een periode of een emotie. Voor mij is het Antoni van Leeuwenhoek een associatie met verdriet. Gek genoeg niet door de kanker, maar alles dat er destijds om heen speelde in mijn leven. Het was de eerste jaren echt stressvol om naar het AVL te gaan. Niet vanwege onderzoek of uitslagen, maar als gevolg van nare associaties met een zeer verdrietige periode rond een horror scheiding. Ik wilde die drempel van nare associaties overwinnen en iedereen in het ziekenhuis hielp mee om hem te slechten. Van artsen en verpleegkundigen tot de medewerkers van de inschrijfbalie, het restaurant en de creatieve therapie in de Glazen Zaal. De allerbeste plek in het ziekenhuis trouwens.

In de Glazen Zaal leerde ik opnieuw om mooie dingen te zien en de medewerksters van de creatieve therapie hielpen mij om weer te gaan schrijven. Dankzij die hulp lukte het om weer voorlichtingsmateriaal te maken wat vroeger mijn werk was en waar ik van hield. Zo vond ik langzaam het vertrouwen in mijzelf terug. Maar het begon met dagenlang in mijn eigen stilte in de Glazen Zaal met zijde te beschilderen, te vilten of schalen met mozaïek te bewerken. In die tijd had ik ook een aantal gesprekken met een maatschappelijk werkster binnen het AVL om te begrijpen wat ziek zijn met je doet en om te bespreken hoe ik mijn scheiding moest regelen. Al ben ik zelf 25 jaar hulpverlener geweest, plotseling was ik onthand: ik was patiënt.

Ik ben ontzettend dankbaar dat ik mag leunen op de mensen in het AVL. Ze hebben me nooit het gevoel gegeven dat het teveel was wat ik vroeg, of te moeilijk was waar ik mee kwam. Die keten van interne zorg maakt het Antoni van Leeuwenhoek tot een top ziekenhuis. Want met alleen een goede specialist had ik het niet zo gemakkelijk gered. Het is het totaalplaatje van zorg en al die verschillende specialismen. Medisch specialisten, verpleegkundigen, de creatieve therapie, het maatschappelijk werk, de  fysiotherapie. Dit alles in een mooie omgeving met bovendien hele goede koffie ;-) 

Een spontaan ontstane zelfhulpgroep

Voorafgaand aan mijn avonturen in het Antoni van Leeuwenhoek, was ik op vakantie in Turkije. Ik was daar heen ‘gevlucht’ omdat ik afstand wilde nemen van een mislukt huwelijk en ander gezeik. Mijn voornemen was om in Turkije of Portugal te gaan wonen. Maar de 2e dag in Turkije belandde ik al in het ziekenhuis en vertelde de longarts na een MRI-scan dat ik waarschijnlijk kanker had. Vanwege een fikse longontsteking wilde zij niet direct een bronchoscopie doen. Ze was bang was om alle beesten dwars door de longen heen te prakken. Eerst moest de infectie onder controle zijn. Na 19 dagen vond de bronchoscopie uiteindelijk plaats en 5 dagen later kreeg ik de uitslag.

Ik was alleen in Turkije. Maar ondanks de stress en het verdriet voelde ik steun van artsen, patiënten en hun naasten. Er waren meer toeristen in het privéziekenhuis van Antalya gestrand door ziekte van henzelf, partner of kind. Met elkaar moesten we er het beste van zien te maken en dat hebben we gedaan. We lachten en huilden soms tranen met tuiten. Vingen elkaar op in de armzalige koffietent naast het ziekenhuis of we buurten bij elkaar in de ziekenhuiskamers. Ik leerde van alles over botulisme, herseninfarcten en plotselinge verlammingen. We wisselden tips uit en troosten elkaar als de berichten minder rooskleurig waren. 

Pension La Paloma Antalya

Toen de beesten in mijn longen enigszins waren bestreden, mocht ik na wat zeuren het ziekenhuis uit en werd ik door de reisverzekering in een mooi, klein pension met de naam ‘Paloma’ gestopt. Daar verbleef ik tot de diagnose bekend werd en ik weer mocht vliegen. Van de reisverzekering mocht ik namelijk niet in Turkije worden geopereerd, ik moest tegen mijn zin terug naar Nederland.

In Pension La Paloma verbleven veel naasten van wie een geliefde in het ziekenhuis lag. Iedereen wachtte ergens op; onderzoek, uitslagen van onderzoek, operaties of herstel. Sommige mensen waren ook ingevlogen om definitief afscheid te nemen. De emoties vierden hoogtij maar de troost was nabij.

In korte tijd leerde ik mensen kennen die me er bijna een maand lang doorheen sleurden samen met sms-berichten en telefoontjes van een paar dierbare vriend(inn)en in Nederland. De Engelsen, Schotten en Ieren waren in de meerderheid, zowel in het ziekenhuis als later in La Paloma. Dat leverde humoristische taferelen op, want Engelse humor is goud waard tijdens het wachten en vooral als je niet weet hoe lang. Hele dagen zaten we met elkaar naast het kleine zwembad waar iedereen zich van tijd tot tijd in liet zakken als een theezakje. Het was in het hotel binnen de stadsmuren van Antalya namelijk bloedheet zonder een zuchtje wind. De 45 graden van overdag spoelden ook ’s avonds niet zomaar van ons af. Wekenlang tot elkaar veroordeeld ontstonden de mooiste gesprekken. 

Een avond om nooit te vergeten

De avond die me het meest is bijgebleven ontstond toen een man uit onze spontane zelfhulpclub gedichten voor droeg. We zaten met zijn zevenen op het hotel terras en spraken over boeken, films en gedichten. Ik had net gezegd dat het gedicht van Auden uit de film ‘Four weddings and a funeral’ me al vele jaren in tranen had gebracht. Direct stond een Schotse man op en droeg met krachtige stem het bewuste gedicht de ‘Funeral Blues’ voor. Precies zoals het moest zijn. Daarna ging hij verder met gedichten van Byron en veel meer. Terwijl deze Schot en zijn echtgenoot net getroffen waren door een groot verlies, veerde hij op door het voordragen van gedichten die uit zijn hoofd tuimelden. Het werd een avond om nooit meer te vergeten.

Hieronder het bewuste gedicht van WH Auden uit de film ‘Four weddings and a funeral’. 

Funeral Blues

Stop all the clocks, cut off the telephone,
Prevent the dog from barking with a juicy bone,
Silence the pianos and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come.


Let aeroplanes circle moaning overhead
Scribbling on the sky the message He is Dead.
Put crepe bows round the white necks of the public doves,
Let the traffic policemen wear black cotton gloves.


He was my North, my South, my East and West,
My working week and my Sunday rest,
My noon, my midnight, my talk, my song;
I thought that love would last forever: I was wrong.


The stars are not wanted now; put out every one,
Pack up the moon and dismantle the sun,
Pour away the ocean and sweep up the woods;
For nothing now can ever come to any good.