Gisteravond zag ik de film
‘Lourdes’ van de VPRO op Tv. Daar had ik me op verheugd omdat mijn moeder ooit
naar Lourdes ging en daar smakelijk over kon vertellen. Nu kom ik uit een hele
rare familie dus het is beslist een
gekleurd verhaal als ik schrijf over het geloof en familie. De Kleinegris- en
Dekker-familie is een potpourri van medici, zakenlui, fotografen, docenten
ambtenaren en hier en daar een officiële crimineel. Maar hoofdzakelijk dus maatschappelijk
‘geslaagde’ vorkjesprikkers.
Ik heb met geen van allen
contact. Wat misschien wel het beste is, want volgens mijn moeder zou het mijn
‘reputatie’ maar schaden. Hoewel de familie ook vindt dat ik een smet ben op
het familieblazoen vanwege mijn politieke acties en uitspraken over het gedrag
van ‘foute’ ambtenaren etc. Zo hengelde een Kleinegris-neefje in 2007 met
succes naar een functie bij OLAF van de Europese Unie (fraudebestrijding) en deed daarom wat
dubieuze dingetjes om zich van mijn politieke geblèr te ontdoen. Hij werd
daarbij overigens goed geholpen door o.a. zijn medisch zusje die lekker orthodox
getrouwd weer goede orthodoxe connecties heeft in een Amsterdams academisch
ziekenhuis. Ach, het is zo maar een voorbeeld van de familieverhoudingen en beslist
een sappig boek waard.
Terug naar Lourdes en mijn
moeder, die een Dekker is al bleef ze zich ondanks haar scheiding Kleinegris
noemen. Sinds mijn 5e jaar was zij invalide en tot haar borsten
verlamd. Haar actieradius was daardoor niet erg groot. Onze verhouding tekende
zich door zorgen en familieperikelen. Ook mijn moeder was een buitenbeentje met
haar curieuze gedrag, wat mij soms tot wanhoop dreef. Desalniettemin waren we
het over een aantal zaken roerend eens, zoals over politiek en het geloof.
Ik was ongeveer 14 of zoiets
toen zij een uitnodiging kreeg om gratis naar Lourdes te gaan. Ook als niet
praktiserend katholiek invalide schijn je daarvoor als uitverkorene op een
lijst te staan. Mijn moeder bleek het tripje al diverse malen te hebben
geweigerd maar ditmaal had ze wel zin in een vakantie-uitstapje. De grappen
waren thuis niet van de lucht en oud als de weg naar Rome. Toch kwamen we samen
niet meer bij als we verzonnen waarom ze het Lourdeswater in moest rijden, al
was het maar voor nieuwe schoenen. Cynisme zit in mijn genen en ik heb het niet
van een vreemde. Mijn moeder excelleerde in cynisme als schild tegen het feit
dat ze nooit meer zou kunnen lopen en dansen, iets waar ze nooit overheen kwam.
Het kreeg geen ‘plekje’ zoals iedereen het haar opdrong. Ze kon er niet goed
mee leven het ‘kruis’ was te zwaar voor haar.
Mijn moeder geloofde niet in wonderen maar wilde wel eens helemaal
verzorgd het huis uit en ging daarom mee naar Lourdes. Van de organisatie mocht
ik niet mee als haar verzorger. Daar hadden ze namelijk speciale hulpjes voor
die beter genoteerd stonden bij God dan ik ooit zou doen.
Terug uit Lourdes kon mijn
moeder nog steeds niet lopen maar was ze wel weer voor tijden genezen van
kerkelijke liefdadigheid. Ze vertelde dat ze in Lourdes haar hand tegen de
rotswand van de heilige grot moest houden omdat dit de kans op genezing
vergroot. Omdat mijn moeder niet geloofde in die poespas en dit weigerde, pakte
het rolstoelhulpje haar hand en schuurde die ruw tegen de rotswand. Een open
hand was het gevolg en inderdaad was het resultaat van de actie nog zichtbaar
bij thuiskomst. Woest was ze terwijl ik in een deuk lag van haar verhalen.
Jarenlang was Lourdes een non-woord
in ons huis, net als de naam van mijn ooms waarvan er één directeur was van een soort EO Tv-omroep in
Oostenrijk. Eens per jaar verwaardigde hij zich tot een ritje in zijn verlengde
limousine naar het ongelovige plebs dat wij waren. Steevast begon het bezoek
dan met een ‘kom op Hanna, laten we bidden’. Waarop mijn moeder dan steevast
pareerde: ‘je kunt komen bridgen met een glas wijn maar voor de rest kun je
gaan’. Zich bijna verslikkend in de hete koffie smeerde Cees zich dan telkens
heel snel om de rest van de familie de zegen te geven.
Gisteravond was de film Lourdes
dus op tv. Een film die ik graag wilde zien met mijn moeder in mijn gedachten
en de pret die we hadden over haar ervaringen. Toch riep het ook weemoed op. Ik
had het haar zo graag gegund om net zo terug te zijn gekeerd uit Lourdes als de
hoofdpersoon in het Tv-drama. Die hield haar hand overigens wel vrijwillig
tegen de rotswand.
Terwijl ik dit schrijf draai
ik het Ave Maria, de openingsmuziek van de film. Meer dan dat heb ik beslist
niet met welk geloof dan ook. Zoals mijn moeder me voorhield: ‘doe wat jou goed
dunkt en laat je geweten leidend zijn’. En zo doe ik…