dinsdag 8 juli 2014

‘Some people dance in the rain, others just get wet’ Met dank aan het Antoni van Leeuwenhoek














Zes jaar geleden kwam ik terug uit Turkije met een diagnose op zak waar ik niet veel van begreep. Een Atypisch carcinoïd in de longen, een neuro-endocriene tumor (NET) graad 2.
Vandaag had ik weer een goed gesprek met Margot Tesselaar (mijn oncoloog) en Lisette Saveur (verpleegkundig specialist) in het Antoni van Leeuwenhoek (AVL).
Ik weet nog dat ik 6 jaar geleden in de wachtkamer zat te wachten met gierende zenuwen en klamme handen. De ballen verstand van kanker en het woord neuro-endocrien zei me nog minder evenmin termen als necrose. Op Google was er geen woord te vinden in het Nederlands, dus het enige dat ik wist was dat die tumor eruit moest volgens de Turkse longarts. Het zat in de weg en benam me de adem, nog afgezien van alle andere ellende. 

Spoken

Vanochtend zat ik in diezelfde wachtkamer, slechts een paar stoelen verderop. Dit keer zonder zenuwen en klamme handen want ik behoor nog steeds tot de mazzelaars. Bovendien houdt het NET-team in het AVL me goed in de gaten. Bij een ontsteking of diarree klimt het kankerspook soms weer even in mijn kop. Dan voel ik me weer net zo klein als vroeger. Toen dacht ik regelmatig dat er wilde beesten onder mijn bed zaten. Dan moest ik onder mijn bed kijken om mezelf ervan te overtuigen dat die beesten er echt niet waren. Nu kijken Margot en Lisette voor mij onder dat bed en jagen de spoken weg. Gelukkig overvalt die angst me zelden. Maar ja, een spook zit in een klein hoekje, dus koester ik het maar. Dat is de beste manier voor mij om er mee te dealen. Ieder mens heeft recht op een eigen spook.

Mensen vragen me wel eens of het niet raar is dat de (verpleegkundig)specialisten waarmee ik zoveel samenwerk voor de NET-groep, ook de specialisten zijn waar ik naar toe moet voor mijn eigen lijf. Voor mij voelt dat niet raar maar dat heeft alles te maken met de mensen in kwestie. We hebben een ongeschreven regel: als het gaat om mijn persoonlijke zaken dan zegt Margot “nu speel ik even de dokter” of ik zeg: “nu ben ik even patiënt”. Alle andere momenten werken we gewoon samen als goede collega’s voor de NET-groep. 

De drempel van associaties

Ieder mens heeft in zijn hoofd geuren, liedjes of beelden die herinneren aan een gebeurtenis, een periode of een emotie. Voor mij is het Antoni van Leeuwenhoek een associatie met verdriet. Gek genoeg niet door de kanker, maar alles dat er destijds om heen speelde in mijn leven. Het was de eerste jaren echt stressvol om naar het AVL te gaan. Niet vanwege onderzoek of uitslagen, maar als gevolg van nare associaties met een zeer verdrietige periode rond een horror scheiding. Ik wilde die drempel van nare associaties overwinnen en iedereen in het ziekenhuis hielp mee om hem te slechten. Van artsen en verpleegkundigen tot de medewerkers van de inschrijfbalie, het restaurant en de creatieve therapie in de Glazen Zaal. De allerbeste plek in het ziekenhuis trouwens.

In de Glazen Zaal leerde ik opnieuw om mooie dingen te zien en de medewerksters van de creatieve therapie hielpen mij om weer te gaan schrijven. Dankzij die hulp lukte het om weer voorlichtingsmateriaal te maken wat vroeger mijn werk was en waar ik van hield. Zo vond ik langzaam het vertrouwen in mijzelf terug. Maar het begon met dagenlang in mijn eigen stilte in de Glazen Zaal met zijde te beschilderen, te vilten of schalen met mozaïek te bewerken. In die tijd had ik ook een aantal gesprekken met een maatschappelijk werkster binnen het AVL om te begrijpen wat ziek zijn met je doet en om te bespreken hoe ik mijn scheiding moest regelen. Al ben ik zelf 25 jaar hulpverlener geweest, plotseling was ik onthand: ik was patiënt.

Ik ben ontzettend dankbaar dat ik mag leunen op de mensen in het AVL. Ze hebben me nooit het gevoel gegeven dat het teveel was wat ik vroeg, of te moeilijk was waar ik mee kwam. Die keten van interne zorg maakt het Antoni van Leeuwenhoek tot een top ziekenhuis. Want met alleen een goede specialist had ik het niet zo gemakkelijk gered. Het is het totaalplaatje van zorg en al die verschillende specialismen. Medisch specialisten, verpleegkundigen, de creatieve therapie, het maatschappelijk werk, de  fysiotherapie. Dit alles in een mooie omgeving met bovendien hele goede koffie ;-) 

Een spontaan ontstane zelfhulpgroep

Voorafgaand aan mijn avonturen in het Antoni van Leeuwenhoek, was ik op vakantie in Turkije. Ik was daar heen ‘gevlucht’ omdat ik afstand wilde nemen van een mislukt huwelijk en ander gezeik. Mijn voornemen was om in Turkije of Portugal te gaan wonen. Maar de 2e dag in Turkije belandde ik al in het ziekenhuis en vertelde de longarts na een MRI-scan dat ik waarschijnlijk kanker had. Vanwege een fikse longontsteking wilde zij niet direct een bronchoscopie doen. Ze was bang was om alle beesten dwars door de longen heen te prakken. Eerst moest de infectie onder controle zijn. Na 19 dagen vond de bronchoscopie uiteindelijk plaats en 5 dagen later kreeg ik de uitslag.

Ik was alleen in Turkije. Maar ondanks de stress en het verdriet voelde ik steun van artsen, patiënten en hun naasten. Er waren meer toeristen in het privéziekenhuis van Antalya gestrand door ziekte van henzelf, partner of kind. Met elkaar moesten we er het beste van zien te maken en dat hebben we gedaan. We lachten en huilden soms tranen met tuiten. Vingen elkaar op in de armzalige koffietent naast het ziekenhuis of we buurten bij elkaar in de ziekenhuiskamers. Ik leerde van alles over botulisme, herseninfarcten en plotselinge verlammingen. We wisselden tips uit en troosten elkaar als de berichten minder rooskleurig waren. 

Pension La Paloma Antalya

Toen de beesten in mijn longen enigszins waren bestreden, mocht ik na wat zeuren het ziekenhuis uit en werd ik door de reisverzekering in een mooi, klein pension met de naam ‘Paloma’ gestopt. Daar verbleef ik tot de diagnose bekend werd en ik weer mocht vliegen. Van de reisverzekering mocht ik namelijk niet in Turkije worden geopereerd, ik moest tegen mijn zin terug naar Nederland.

In Pension La Paloma verbleven veel naasten van wie een geliefde in het ziekenhuis lag. Iedereen wachtte ergens op; onderzoek, uitslagen van onderzoek, operaties of herstel. Sommige mensen waren ook ingevlogen om definitief afscheid te nemen. De emoties vierden hoogtij maar de troost was nabij.

In korte tijd leerde ik mensen kennen die me er bijna een maand lang doorheen sleurden samen met sms-berichten en telefoontjes van een paar dierbare vriend(inn)en in Nederland. De Engelsen, Schotten en Ieren waren in de meerderheid, zowel in het ziekenhuis als later in La Paloma. Dat leverde humoristische taferelen op, want Engelse humor is goud waard tijdens het wachten en vooral als je niet weet hoe lang. Hele dagen zaten we met elkaar naast het kleine zwembad waar iedereen zich van tijd tot tijd in liet zakken als een theezakje. Het was in het hotel binnen de stadsmuren van Antalya namelijk bloedheet zonder een zuchtje wind. De 45 graden van overdag spoelden ook ’s avonds niet zomaar van ons af. Wekenlang tot elkaar veroordeeld ontstonden de mooiste gesprekken. 

Een avond om nooit te vergeten

De avond die me het meest is bijgebleven ontstond toen een man uit onze spontane zelfhulpclub gedichten voor droeg. We zaten met zijn zevenen op het hotel terras en spraken over boeken, films en gedichten. Ik had net gezegd dat het gedicht van Auden uit de film ‘Four weddings and a funeral’ me al vele jaren in tranen had gebracht. Direct stond een Schotse man op en droeg met krachtige stem het bewuste gedicht de ‘Funeral Blues’ voor. Precies zoals het moest zijn. Daarna ging hij verder met gedichten van Byron en veel meer. Terwijl deze Schot en zijn echtgenoot net getroffen waren door een groot verlies, veerde hij op door het voordragen van gedichten die uit zijn hoofd tuimelden. Het werd een avond om nooit meer te vergeten.

Hieronder het bewuste gedicht van WH Auden uit de film ‘Four weddings and a funeral’. 

Funeral Blues

Stop all the clocks, cut off the telephone,
Prevent the dog from barking with a juicy bone,
Silence the pianos and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come.


Let aeroplanes circle moaning overhead
Scribbling on the sky the message He is Dead.
Put crepe bows round the white necks of the public doves,
Let the traffic policemen wear black cotton gloves.


He was my North, my South, my East and West,
My working week and my Sunday rest,
My noon, my midnight, my talk, my song;
I thought that love would last forever: I was wrong.


The stars are not wanted now; put out every one,
Pack up the moon and dismantle the sun,
Pour away the ocean and sweep up the woods;
For nothing now can ever come to any good.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten